top of page
Zoeken
marijkevervloet

BIJ DE TANDARTSJ

“Sorry mevrouw, heeft u misschien een oplader bij voor een i-phone?” De vrouw naast me kijkt me met grote bruine ogen aan. Ik moet haar teleurstellen. Ik heb geen i-phone, en ik heb zelden of nooit een oplader bij. Ze slaat haar ogen naar het plafond. “Ik maak me zo’n zorgen. M’n dochtertje moet vandaag geopereerd worden. Haar amandelen. Ze is 3 jaar. Ik had haar beloofd dat ik er zou zijn wanneer ze wakker wordt, maar ik zit hier nu nog steeds. Ik kan niet weg en mijn gsm is bijna plat. De operatie zou stilaan gedaan moeten zijn. Wat als ze wakker wordt en ze ziet dat ik er niet ben?” Haar vingers trommelen zenuwachtig op haar telefoon. Ze begint te swipen door haar foto’s. “Kijk, is het geen schatje? Ik hou zoveel van haar… Heeft u kinderen?” Ik schud van niet. “Oh, maar dat komt nog wel en dan zal je begrijpen wat het is.” Ik spreek haar niet tegen. Niet elk gesprek hoeft een discussie te worden over levenskeuzes.

Ik laat haar verder ratelen, bekijk foto’s van haar gezin, slaak de sociaal verwachte “ooh”- en “aah”-kreetjes bij smoezelige spaghetti-gezichtjes. Ze heeft 5 kinderen, tussen 3 en 10 jaar. Ze vraagt me naar mijn leeftijd. 38. De verbazing valt van haar gezicht te lezen. Ik ben ouder dan ze gedacht had. Veel ouder. En in haar hoofd legt ze de puzzel. 38, en nog steeds geen moeder. Beleefd stel ik de wedervraag. “29”, zegt ze. Mijn beurt om verbaasd te zijn – ze is een pak jonger dan ik dacht. Mijn hoofd puzzelt ook: 29, 5 kinderen, de oudste al 10 jaar. Wanneer zij 38 is, is ze misschien al grootmoeder… Onuitgesproken hangt boven onze hoofden een wolk van niet-begrijpen, ingegeven door eigen andere keuzes.

De tandartsassistente maakt een einde aan ons gesprek, de jonge vrouw volgt haar naar de spreekkamer. Ik blijf achter met mijn vooroordelen. Zo jong en al 5 kinderen. Ze zag er zo moe uit. En al die kopzorgen. Nee, dan ben ik toch content met het mijne. Anderzijds: zij leek wel heel gelukkig als moeder. Misschien is dat voor haar wel de juiste keuze geweest. Mijn droom hoeft niet de droom van een ander te zijn…

Wat later is het mijn beurt om in de folterstoel te kruipen. Spuitjes, boren, vullen. Mijn mond spoelen met een verdoofde lip. Mijn welgemeende felicitaties voor wie daarin slaagt zonder zijn/haar eigen kin onder te kwijlen. Als een volleerde speekselspin weef ik een bleekroze web tussen m’n mond en de beker. Wat later waggel ik de praktijk uit, een dikke ice-pack tegen m’n kaak geklemd en een sjtevige lisjpel die de resjt van de middag mijn sjpraak sjal versjtoren.

Aan de bushalte staat de jonge vrouw opnieuw. Ook met een ice-pack tegen haar kaak. Ik doe een poging tot glimlachen en steek m’n duim op. Ze lacht groen terug. Praten doen we niet, dat lukt nog niet kwijlvrij. Versuft plakken we tegen de bushalte. Leefwerelden die kilometers ver uit elkaar liggen, verenigd in een universele afkeer van de tandartsj.

1 weergave0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

KLEURRIJK

Verdorie toch, weer vergeten! Elke keer ik op trot ben in het polderbos neem ik me voor de volgende keer mijn knijper en zwerfvuilzakken...

MIDPOLDER MURDERS

“Heb je zin om even mee in de polder te gaan wandelen?” vraag ik. Mijn lief schudt van nee. “Zeddezeker? Wie weet zien we wel een...

WRITER'S BLOCK

Aan de schrijftafel. Tekstflarden dwarrelen door mijn hoofd maar vinden geen houvast. Een voor een verdrinken ze in het drassige...

Comments


Post: Blog2_Post
bottom of page