Als je mensen vraagt wat ons als mens nu net onderscheidt van dieren, dan komt vaak “taal” naar boven. De mogelijkheid om ons uit te drukken in een uitgebreid lexicon van woorden. De kunst van het schrijven en zo doorheen de eeuwen kennis door te geven, verder uit te breiden, aan te passen aan nieuwe inzichten. En toch…
Ondanks al die taalvaardigheid praten we ook vaak naast elkaar. Gisteravond nog lachte mijn schoonmoeder hoe ze soms iets aan m’n schoonvader vertelt, hopend op reactie A, en daar dan de niet-verwachte niet-gewenste reactie B op krijgt. Herkenbaar, beaam ik. Soms (vaak…?) zeur ik over iets, op zoek naar een troostknuffel, die ik niet krijg want mijn analytisch lief denkt liever in termen van een oplossing. En dan ontstaan discussies die eindigen in liefdevolle commando’s als “Geef me dan toch een knuffel, verdomme!” Duidelijke taal, heldere communicatie.
Sinds een paar weken hangen achter in onze tuin een paar voederbakjes voor de vogeltjes. Een grote met vet en zaadjes opgevulde dennenappel en daarnaast een soort mini-silo met voederplankje. De vogeltjes hebben intussen hun weg al gevonden, het is hier een af en aan vliegen van meesjes, een roodborstje en zelfs een koppel koperwiekjes (mijn ornithologische kennis is ook gestegen, tot mijn grote vreugde). Uiteindelijk komen ook twee kauwen hun geluk beproeven. Helaas blijken zij te groot om op het voederplankje te staan. Zodra ze zelfs maar proberen erop te landen, zwiept het ding de andere kant op. Teleurgesteld hippen ze heen en weer, fladderen af en aan, een brok frustratie. Tot ze iets doorkrijgen. Bij elke zwiep van de silo vallen er een paar zaadjes op de grond…
Al gauw zit een van hen op onze terrastegels terwijl de andere met volle gewicht het voederplankje aanvalt. De silo zwiept vervaarlijk heen en weer, de kauw fladdert en probeert zich in de lucht te houden, duwt nog eens tegen de silo. Op de terrastegels eet zijn partner smakelijk de gevallen zaadjes op. Na een paar minuutjes begint de vermoeidheid bij de eerste kauw te wegen. Hij laat zich zachtjes neerploffen op het terras. De andere kauw kijkt hem aan, vliegt naar de silo en begint ertegen te duwen. De zaadjes vliegen als manna in het rond. Op het terras kan de eerste kauw nu ook aan zijn feestmaal beginnen.
Na een paar minuten vliegen de kauwen wel, allebei voldaan. De hele tijd hebben ze geen kik gegeven. Niet gekraaid, geen plannen uitgetekend, niks. Enkel naar elkaar gekeken en gedaan wat de andere nodig had. Ik kijk ernaar vol verbazing. Sprakeloos.
Comments