Ze staan met twee aan het begin van de voetgangerstunnel. Zij: klein en tenger, donker halflang haar, West-aziatische roots, jeans, losse jas. Nog geen twintig, denk ik. Hij: groot, slank. Zijn beetje slungelachtige bewegingen verraden de opgeschoten tiener die nog niet helemaal in het lichaam van de aankomende twintiger past. Lang blond haar, in een staart bijeengebonden. Zwarte jeans en t-shirt, rood blozend gezicht. Ze lachen alletwee, maar ingehouden. Ze kijken meer naar de vloer dan naar elkaar. Het lijkt me geen koppel. Ze zoenen niet, ze knuffelen niet, ze houden elkaar niet vast. Maar er speelt wel iets. Ze lijken zich onbewust van alles rondom hen, zitten gevangen in hun eigen bubbel. En in die bubbel vliegen de gensters over en weer.
Zij lacht, lijkt zich dan plots bewust van hoe luid dat klonk en bindt weer in. Ze probeert haar rol van casual cool terug op te pikken, zwiert wat met haar armen, geeft de jongen een tik tegen zijn schouder. Hij maakt een flauw afwerende schijnbeweging. Alsof hij echt aan haar aanraking zou willen ontkomen… Hij kijkt weg over de vloer. Ze lijkt hem wat uit te dagen. Hij lacht van oor tot oor, onwillekeurig, alsof hij alle controle over zijn gelaatsspieren is verloren. Ik wandel de tunnel in.
Ik ben nog niet halfweg of ze steken me voorbij, allebei hard lopend. Zij lacht en tatert honderduit, ongeremd. Hij rent naast haar, nog steeds met die veel te brede, zo verlegen lach op z’n mond. Hij is een stuk groter en sneller. Zij probeert hem bij te houden maar het is een ongelijke wedstrijd. Ze geraakt achterop, ze roept en reikt haar hand naar hem uit. Hij kijkt achterom, houdt zich in en komt naast haar lopen. Galante ridder. Nog voor ik de tunnel uit ben, kruisen ze me weer. Zij zwijgt. Hij lacht nog steeds, een hoofd als een tomaat. Ze kijken niet naar elkaar, de vloertegels blijken nog steeds ongelooflijk interessant. Maar er is iets veranderd. Hier loopt het nieuwste koppeltje ter wereld. Onwennig. Smoorverliefd. Hand in hand.
Comments