“Romelu Lukaku is mijn neef!” glundert hij. “Hmm.” Hij staart mij aan. Mijn gebrek aan herkenning choqueert hem. Hij had zich duidelijk op tal van reacties voorbereid: verbazing, verafgoding, een spervuur van op-het-randje intieme vragen. In plaats daarvan krijgt hij een pijnlijke stilte. “Romelu Lukaku? Voetballer? Rode duivels? We are Belgium?” probeert hij nog eens. Getinkel in mijn hoofd, frankjes vallen. “Ah ja, heeft die niet een paar jaar geleden reclame gemaakt voor een of andere snoepreep?” Een duidelijke breuklijn in interesses tekent zich af. “Ja, die. Da’s mijn neef!” Een brede glimlach verlicht zijn gezicht.
Ik zie ons tegenover elkaar staan. Het contrast kon niet groter zijn. Zijn kroeshaar, donkere huid en brede neus verraden een Afrikaanse afkomst. Daarnaast ik: blond, ontdaan van alle kleurpigment, met waterogen. In mijn fantasie een verre nazaat van stoere vikings, coming from the land of the ice and snow. Ik denk aan mijn witte benen, witte voeten, witte tenen. Onwillekeurig komt er een beeld voorbij van de tuinkers die we in de kleuterklas kweekten. Mijn gesprekspartner zit intussen op een heel andere planeet. Ik krijg een spoedcursus voetbal voor dummies waarvan de meeste dingen zich niet registreren in mijn geheugen. Hij kijkt uit naar vanavond. Hij zal supporteren voor onze jongens. Hij zal meezingen met de hymnen en de schlagers. Hij zal brullen bij elke goal en vloeken in een mengelmoes van Franse en Antwerpse krachttermen als we verliezen. Ik zal het horen een paar huizen verderop en de uitslag lezen op Facebook of in de gazet. “We are Belgium”. Yep. Vandaag wel. Vandaag is hij zelfs meer Belg dan ik.
Comments