Elke ochtend doorloop ik gelijkaardig, op automatische piloot. Ik zwier m’n benen over de bedrand, vraag m’n lief of hij ook zin heeft in een tas koffie, slef naar de badkamer en ga daar de eerste confrontatie van de dag aan: de weegschaal. De eerste keer dat ik bewust begon met diëten was ik een jaar of veertien. Ik hoor het een tante nog zo zeggen: “Begin er niet aan, want eens je begint, is het voor de rest van je leven.” Ik heb braaf ja geknikt en typisch tiener nee gedacht. Dat het hààr niet lukte betekent nog niet dat het voor mij ook zo zou lopen. Ik ben uniek. Ik heb karakter. En sindsdien zit ik samen met zovele andere vrouwen en mannen op de dieet-roetsjbaan, daarin gesteund en gestraft door de weegschaal, die onvermijdelijke metgezel.
Soms kan ik niet wachten om erop te springen: dan heb ik al een paar dagen “toch goed mijn best gedaan” en zie ik dag na dag dat cijfertje slinken. En als dat zo is, dan moedigt dat direct aan om die dag nòg beter te doen. Nog meer bewegen, nog minder snoepen, alleen maar gezond koken. Soms blijkt de weegschaal een verrader. Hoe kan die een stijging meten als ik amper gegeten heb gisteren? Ik heb wel lang naar de pralines in de etalages gekeken... Airborne calories, ze bestaan. En soms – helaas – weet ik dat me een felle afstraffing wacht. Jaja, dat restaurantje gisteren was heel gezellig. Maar had dat dessert echt gemoeten? Voorzichtig schuifel ik mijn rechtervoet op de plaat. Als door een wesp gestoken begint de weegschaal aan zijn onderzoek. Op de display ratelen de getallen voorbij. Over de honderd, onder de vijftig. Zolang ik mijn linkervoet er niet bijzet, kan het nog alle kanten uit. Het echte zit er ergens tussenin. Voorzichtig zet ik mijn linkervoet mee op de plaat. Ik wiebel, zoek de ideale verdeling op m’n benen. Misschien, als ik een beetje meer op m’n linkerheup steun, dat de weegschaal dan niet doorheeft… De cijfers vertragen, springen nog een beetje over een weer, het gaat nu enkel nog om de cijfers na de komma. Ik glimlach breed als ze dalen, protesteer en probeer de weegschaal met handgebaren te temperen als ze stijgen… Dan is het afgelopen. Het verdict knippert driemaal op het scherm. In mijn hoofd gieren sirenes en rode zwaailichten. Teleurgesteld ga ik koffiezetten en kijk met een mengeling van verwijt en spijt naar het pakje speculaas.
Deze ochtend was anders. Er staat geen weegschaal meer. Die is gisteren in honderdduizend stukjes uiteengespat toen ik het – per ongeluk, echt waar – liet vallen tijdens het kuisen. Dag weegschaal. Vanmorgen start ik zonder veroordeling, vrij van schuld. Geen bestraffing voor die pizza gisteravond. Een gewicht valt van mijn schouders. Tevreden doop ik een speculaasje in mijn koffie.
Comentarios