Vrijdagochtend, het hatelijkste moment van de week. Met dikke tegenzin sleep ik me uit bed, ik grommel wat tegen mijn ochtendkoffie. In mijn ooghoek zie ik Het Onvermijdelijke, wachtend met zichtbaar leedvermaak. De vuile kattenbak.
Vrijdag is vuilophaaldag. En dat betekent: kattenbak uitkuisen. Wat mij betreft het ergste taakje in het huishouden, nipt gevolgd door “haar uit het putteke halen”. Met zoveel plezier als ik door de week naar honden kijk die in weer en wind hun baasjes voorttrekken, met evenveel tegengoesting beklaag ik me elke vrijdag dat we katten in huis hebben. Hoe twee zo’n schattige pluizige miniatuurbeestjes gezamenlijk zo’n vuiligheid kunnen produceren, het gaat m’n verstand te boven.
Als ik dan toch al bezig ben met kattenbakken kuisen, kan ik even goed ineens de borstel door het hele huis halen. Vrijdag kuisdag. Rollenpatroonbevestigend en niet erg feministisch, maar ik vind het eigenlijk niet erg om het huishouden te doen. Afwassen of strijken gijzelen dan wel je lichaam, maar ze vragen maar een beperkte hersenactiviteit. Het ideale moment om m'n gedachten eens ongestoord te laten razen. De hele voorbije week passeert versneld de revue. Belangrijke momenten worden opgeslagen in een oneindige archiefkast, overbodige quatsch verdwijnt in de prullenmand. Post-it's met losse ideeën haken zich in elkaar vast en verstevigen tot concrete plannen. Er ontstaan verhaaltjes, ideeën voor tekeningen. Ik stippel een alternatieve toekomst uit, bedenk oplossingen voor wereldproblemen of discussieer met mezelf over grote “wat als”-vraagstukken.
Vrijdagnamiddag, als al het kuiswerk gedaan is, ligt in mijn hoofd alles weer op z’n plaats. Ik bruis van ideeën en ik heb een heel weekend in het vooruitzicht om er iets mee te doen. Of net niet. Niks moet, alles mag. Daar, dan: het mooiste moment van de week.
Maar – mooi uitgesteld, Marij, bravo – da's voor straks. Eerst moet ik die zware horde over. Hij lonkt alweer. Die vervloekte kattenbak.
Comments