O, wat is de spiegel weer vriendelijk vanmorgen. Dikke slaapogen die ik met moeite openkrijg en op mijn wangen staat de wegenkaart van Dromenland. Nog niet zo lang geleden volstond een kattenwasje met wat koud water om de rimpels glad te strijken, maar tegenwoordig schuiven ze vlot mee aan de ontbijttafel. Dan maar bruut geweld. Ik trek mijn “fronskes” glad, de verticale lijnen op het midden van mijn voorhoofd. (Ontnuchtering: het maakt niet uit hoeveel leuke bijnamen je ook bedenkt voor je rimpels, ze worden er niet mooier op.) Zodra ik mijn vel loslaat, glijden de fronskes terug op hun vertrouwde plaats. En die wangen beginnen ook al wat te hangen. Ik duw het vel aan mijn jukbeenderen wat naar boven. Zie je wel, dààr zit de 17-jarige. Ik herteken mijn gezicht met denkbeeldige stippellijnen. Hier die rimpels weg, daar dat vel wat strakker. En als we dan toch bezig zijn: die neus mag ook wel wat kleiner. En spitser. Een paar jaar geleden schetste een medestudent in de tekenles snel een portret van me: een en al neus. En dan de reacties van de rest van de klas: “Amai, zo gelijkend!” Moppermopper. Die ogen zouden dan weer wat groter mogen. Ik duw en trek, knip en plak. In mijn hoofd passeren actrices en fotomodellen. In de spiegel krijg ik een nieuw gezicht, een collage van mooie mensen. Ik trek mijn wangen strak naar achter, instant facelift. Mijn lippen worden een gespannen dunne lijn. Cher anno 2000. Nee, dat wil ik niet. Dan verlies ik de scherpe puntjes van mijn bovenlip. Die heb ik van mijn vader, en hij heeft die weer van zijn vader. Een familietrekje, net zoals de peperbollekesdriehoek in de linkerelleboog. Hoog voorhoofd en wenkbrauwen zijn dan weer van zijn moeder. Mijn blonde haren en lichte ogen heb ik van mijn moeder. De kin komt van haar moeder en die eigenzinnig grote neus met dat bolleke op, die heb ik van haar vader. En geen idee van wie dat ene scheve tandje komt, maar het is nét dezelfde als bij mijn zus... Ik steek mijn tong uit en blaas duizenden speekselbelletjes tegen de spiegel. Tussen de spetters steken mijn voorouders hun tong uit naar mij. Wie weet hoe lang gaan die familietrekjes al mee... Hadden van alle Galliërs de Belgen ook al niet de grootste neus? De handdoek maakt een einde aan de druppels en het ideale gezicht. Laat die grote neus en die rimpels maar staan, het is goed zoals het is. Een collage van mooie mensen.
Comments