Er was eens. Zo beginnen de mooiste sprookjes en ik kan me geen reden bedenken waarom dit er niet zo eentje zou kunnen zijn. Dus: Er was eens… een prinses. En zoals dat gebeurt met prinsessen, moest ook deze prinses naar een bal. Ze had de hele dag jurken gepast en uiteindelijk wist ze het: ze koos voor een blauw-wit dingetje, met een korte rok. En toen ze ’s avonds op het bal aankwam, was ze zo trots! Tot ze zag dat de hofnar, heer Gillette, haar verbaasd aankeek. “Prinses, je hebt je benen niet goed geschoren!”
Nu moet je weten dat deze prinses heel harig was. En nu denken jullie: ja, zo’n beetje sprietjes op haar benen, maar nee. Onze prinses was écht heel harig. Op haar armen, op haar benen, op haar handen, op haar tenen. Overal had ze haar! En ze dacht dat ze het allemaal goed had weggewerkt, zoals ze had geleerd, maar nee: heer Gillette had toch nog een paar sprietjes ontdekt. Beschaamd vluchtte de prinses de balzaal uit, en ging huilen op haar torenkamertje (want daar wonen prinsessen nu eenmaal).
Treurend nam de prinses een besluit: vanaf nu zou ze nooit nog korte rokjes dragen! Niemand zou haar ooit nog kunnen uitlachen omdat er een paar sprietjes op haar benen stonden. De jaren gingen voorbij en of het nu winter of zomer was: je zag de prinses alleen nog met een lange broek. Al pufte ze de moord: ze verdomde het het risico te lopen uitgelachen te worden. Ze was volledig in de macht van heer Gillette.
Tot ze op een dag een prins leerde kennen. En die prins was harig! Nu denken jullie: ja, zo’n mooie getrimde volle baard en lang golvend haar, maar nee. Deze prins had haren op zijn armen, op zijn benen, op zijn handen, op zijn tenen. Deze prins was zo harig dat hij in het bos moest oppassen voor de jager of hij zou eindigen als pelsje bij het haardvuur. Zò harig. En de prinses vond dat wel fijn. Eindelijk was er iemand hariger dan zij.
Maar weet je wat er pas echt bijzonder was? Als het warm was, dan deed die prins gewoon zijn hemd uit, en liep hij in blote harige borstkas rond! En als het écht heel warm was, dan durfde hij zelfs in korte broek gaan zwemmen, en wanneer hij uit het water stapte, kon de prinses de druppels witte sporen zien trekken tussen de donkere haren op zijn benen! Maar wat de prinses nog het meeste opviel: de prins lachte. Hij had het niet te warm. En hij trok zich niks aan van wat heer Gillette daarvan dacht. Daar was ons prinsesje best wel jaloers op.
En op een dag, toen het voor de zoveelste dag op rij bloedheet was en de prins met zijn blote harige benen en bloot harig bovenlijf buiten in het zonnetje aan het genieten was, graaide de prinses al haar moed bijeen. Ze knipte een van haar baljurken tot een mooi minimodel en kroop zo mee de tuin in, met sprietjes en al! Het was heerlijk fris, de wind streek langs haar benen en de zon glansde in al haar haar. En het kon haar niks schelen. Heer Gillette keek toe en besefte dat zijn macht gebroken was. En de prins en prinses? Zij leefden nog harig en gelukkig.
Comments