Alarmerend bericht in de krant: “Houdt deze droogte aan, dan komt er binnen anderhalve maand geen water meer uit onze kraan.” Ik geniet even van het onbedoelde rijm en van een momentje zelfgenoegzaamheid: aan mij zal het niet liggen. Ik ben zuinig met water. Wij hebben zelfs een regenton. Ik nip lekker tevreden van mijn koffie en lees de rest van de krant, maar het artikel blijft toch in mijn hoofd spoken. Een watertekort klinkt zo absurd. OK, elke zomer horen we wel dat we geen kraanwater mogen gebruiken om de auto te wassen, maar het idee dat er geen water meer uit de kraan kan komen? Hier, in een Westers land? Daar kan mijn verstand niet bij. Versmossen de Anderen (ikke niet, nee hoor) dan echt zoveel?
Dit weekend vertelde mijn moeder dat ze nog snel de auto had gekuist “voor het verbod in zou gaan”. Ik had gelachen. Zo typisch Belgisch: ik fiks dat nog snel voor er boetes op komen, dan telt het niet. Mijn eerste gedachte was echter niet veel beter: als dat verbod er eenmaal is, dan ga je toch gewoon naar de carwash? Soms is het pijnlijk te beseffen hoe rotverwend je bent.
Het artikel laat me niet los. Ik zoek meer informatie. In een filmpje wordt beweerd dat de productie van 1 katoenen t-shirt 2700 liter water kost. Dat kan niet kloppen. Hoeveel t-shirts liggen er in mijn kast? Volgens een andere site kost een t-shirt zelfs 4100 liter water. Een tas koffie: 140 liter water. Thee: 35 liter. Printpapier: 10 liter water per velletje! Ik kijk naar m’n tekenkast die uitpuilt van de blanco schetsboeken. Help, ik zit op een watermìjn. Het toilet doortrekken: 10 liter helder water per keer, en daarna je handen wassen 12 liter per minuut… Paniek steekt de kop op. Ben ik dan toch een Smosser? Dat kan niet. Dat mag niet. Ik leg mezelf nieuwe regels op. Voortaan douche ik met de chronometer ernaast en laat ik het water niet meer stromen wanneer ik mijn handen was. Ik drink nog maar maximum 1 tas koffie of thee per dag en ik koop geen nieuwe schetsboeken meer tot al mijn papier is opgebruikt. En we kuisen de auto voorlopig niet, ook niet in de carwash! Als ik dat doe, dan moet ik toch een verschil kunnen maken? Ik word weer rustig, mijn zelfgenoegzaamheid keert terug. Aan mìj zal het niet liggen, ik ben nu écht zuinig met water. Of toch tot het verbod op waterverspilling weer wordt ingetrokken. Daarna telt het niet meer.
Comments